De Reestlandhoeve in Balkbrug is een wijngaard en zorgboerderij in één. Eigenaars John en Wilma Huisman maakten noodgedwongen een switch van een veeteeltbedrijf naar een wijnboerderij en wonnen met hun eerste oogst direct medailles. Sinds een jaar of vijf bieden ze daarnaast zinvolle dagbesteding aan mensen met een beperking en in een enkel geval zelfs re-integratietrajecten. Hun motto luidt: “Hier wordt niks gedaan wat geen zin heeft”.
Toen John Huisman eind jaren negentig vanwege een hernia zijn veeteeltbedrijf niet meer kon runnen, moest er een alternatief komen. Vrijwel niets wisten ze van wijnbouw. Maar dat de meeste andere vormen van landbouw sowieso niet meer rendabel waren, wisten ze wel. Dus stortten John en Wilma zich in een nieuw avontuur, met meteen maar de ambitie om binnen een paar jaar op de kaart te staan bij restaurant De Librije. En dat lukte: de eerste oogst viel zowaar direct in de smaak.
Verschrikkelijk, vond Wilma het eerste jaar waarin ze slechts met zijn tweeën aan hun wijngaard werkten. “Och man. Kwam je terug van een week vakantie, stond het onkruid een meter hoog. Chaos. Waar waren we aan begonnen? Maar ik denk dat iedere Nederlandse wijnboer wel zo’n moment heeft gehad. Een groot deel is ook gestopt.” Zo niet het echtpaar Huisman. Met hulp van vrienden die wijnstokken ‘adopteerden’ werd van een schamele eerste oogst in 2004 een witte wijn en een rosé gemaakt.
“Iedereen vond ‘m lekker. We zijn er meteen mee naar De Librije gegaan en daar was men ook enthousiast. Bij de eerste keuring waaraan wij mee deden viel hij meteen in de prijzen.” Meerdere medailles zouden nog volgen. Maar er volgde ook een economische crisis. En die had zijn weerslag op de verkoop van het luxeproduct dat Nederlandse wijn toch is.
Ervaring in de zorg
“We moesten de bakens verzetten om overeind te blijven”, zegt Wilma, die zelf jaren in de zorg had gewerkt. Het idee om die ervaring te koppelen aan de wijnhoeve was al vaker boven komen drijven. Toen ze op een buurtmarkt Daniëlle Kremer ontmoette werden de overwegingen serieuzer: Kremer was werkzaam in de dagbesteding, maar op een plek waar “geen goed klimaat” heerste voor cliënten. Met aanvankelijk wat hulp van een externe partij begonnen John, Wilma en Daniëlle vijf jaar geleden gedrieën te bouwen aan ‘Zorghoeve de Reestlandhoeve’.
“Waar we in 2012 startten met één deelnemer, zijn we nu zo gegroeid dat we af en toe echt vol zitten”, vertelt Daniëlle Kremer. “Tien mensen is wel de max. Het gaat om kleinschalige dagbesteding; we kunnen niet teveel cliënten in één groep hebben. Een aantal mensen komt hier vast, omdat ze geen perspectief hebben om zelfstandig te functioneren zonder dagbesteding. En sinds een paar jaar komen er ook jong dementerende mensen, die allemaal nog thuis wonen met hun partner.”
Tuinieren
De activiteiten zijn divers. Echt wijnranken leren snoeien is moeilijk, maar snoeihout helpen weg halen lukt sommige deelnemers. Om het aanbod te vergroten en niet te afhankelijk te zijn van weersomstandigheden, werden er ook een groentetuin en -kas opgezet. Een vrijwilliger met know-how leidt het werk daar in goede banen, met als voordeel dat tuinieren voor de dementerende cliënten prettige herinneringen aan vroeger oproept.
Werkzaamheden zijn zoveel mogelijk op maat. Een man met niet-aangeboren hersenletsel, die vroeger een eigen timmerbedrijf had, heeft hier de mogelijkheid om met een intensieve begeleiding taken uit zijn oude beroep weer op te pakken. Een dame die niet graag buiten komt ontvangt complimenten van klanten voor de koek die ze zelf bakt. “Je kijkt waar iemands kwaliteit ligt en waar hij blij van wordt”, aldus Wilma. “In reguliere dagbesteding worden mensen vaak bezig gehouden met een spelletje en een krantje – prima voor de mensen die daar behoefte aan hebben, maar op de Reestlandhoeve wordt andere dagbesteding geboden. Hier wordt niks gedaan wat geen zin heeft. Mensen voelen dat het er toe doet wat ze doen. Ze voegen iets toe en daar worden ze blij van.”
Menselijke maat
Een team van stagiaires en vrijwilligers helpt bij de begeleiding van de cliënten, individueel of per twee. De bijkomende administratieve taken voor Wilma en Daniëlle liegen er niet om. Naast allerlei audits en kwaliteitscontroles heeft de Reestlandhoeve met verschillende gemeenten te maken. “Het zou heel fijn zijn als die administratief op één lijn zaten”, verzucht Huisman. “Dat kwartje lijkt nu te vallen, maar budgetten verschillen ook per gemeente. Van sommige vraag ik me af of ze weten wat het aan menselijke inzet kost om te begeleiden. Uitgaan van ‘menselijke maat’ valt niet mee. Nu liggen budgetten soms lager dan wanneer je een gezond kind naar de crèche brengt. En dan gaat het over mensen met dementie. Daar heb ik soms vervelende discussies over.”
Wilma weet uit ervaring dat haar zorghoeve ook ruimte biedt voor re-integratietrajecten. Een langdurig zieke cliënt vond, mede dankzij vrijwilligerswerk op de Reestlandhoeve met hulp van een jobcoach, elders weer werk. Maar tot een meer structurele samenwerking met UWV kwam het niet. En dat lag niet aan Huisman zelf. “Ik heb aangegeven dat we naar mijn idee een leuke samenwerking zouden kunnen hebben. Dat werd beaamd, maar ik werd eerst doorverwezen naar iemand anders en vervolgens naar een site: ‘kijk hier maar en vul de formulieren maar in.’ Daarna heeft niemand meer navraag gedaan.”
Stroperig
Toen Huisman bij een latere poging naar eigen zeggen opnieuw ‘in het moeras bleef steken’ liet de Reestlandhoeve het er verder bij zitten. “Ik overweeg het nu wel weer eens, want ik denk dat we wel iets te bieden hebben in begeleiding van mensen die moeten re-integreren. Maar zover is het nog niet en dat heeft toch wel te maken met die ervaring van toen. Ik heb er niet zo’n trek in, want met gemeenten gaat het allemaal al stroperig genoeg. Maar ik hoop dat er wel iets leuks uit voortkomt.”
Plannen voor de komende jaren zijn er genoeg. Daniëlle Kremer zou graag doorgroeien naar twee groepen voor dagbesteding. Daarnaast zouden mensen met leerwerktrajecten meer dan welkom zijn. En de zorg- en wijnhoeve zou best samenwerking met scholen aan willen gaan om meer jeugdige mensen erbij te betrekken. “Maar da’s allemaal toekomst. Ik vind het al mooi dat we in vijf jaar tijd naar zo’n grote groep zijn gegroeid.”
Gepubliceerd op 29-01-2018
Foto: Raymond van Olphen
Heeft u hulp nodig?
Neem contact met ons op: